Op zondag 5 oktober gingen leden van kerkbestuur, kernteam en pastoraatsgroep op bedevaart naar IJsselstein. Antoon van den Boogaard schreef een mooi verslag:
Ergens tussen wandelen en bidden gebeurt iets bijzonders. De voeten doen hun werk, het hoofd komt tot rust en het hart opent zich vanzelf. Zo voelde het ook tijdens onze voetbedevaart naar de Nicolaasbasiliek in IJsselstein, waar Onze Lieve Vrouw van Eiteren wordt vereerd.
Voor mij persoonlijk was het extra bijzonder. Ik ben geboren en getogen in IJsselstein. Na wat omzwervingen wonen mijn vrouw en ik inmiddels al meer dan tien jaar in Nieuwegein. Daar voeden wij met veel vreugde onze kinderen op. Toch blijft IJsselstein de plek waar mijn wortels liggen – waar ik mijn geloof heb leren kennen en de sacramenten van de initiatie mocht ontvangen, in wat nu de Heilige Drie-eenheidparochie heet. Vorig jaar werd ik door onze pastoor gevraagd om na te denken over toetreden tot de pastoraatsgroep. Dat voelde als een eer én een verantwoordelijkheid. Tijdens een van onze bijeenkomsten kwam het verlangen naar boven om iets te organiseren dat de verschillende groepen in de parochie met elkaar zou verbinden: ontmoeting én gebed. Toen heb ik mijn hand opgestoken met het idee van een voetbedevaart. Tot mijn vreugde werd het enthousiast ontvangen.
En zo stonden we, op een frisse ochtend, na de H. Mis met een kop koffie in het Leerhuis, klaar om op pad te gaan. Zes pelgrims, voorzien van stevige schoenen, regenkleding en wat proviand – en natuurlijk de rozenkrans als ons krachtigste “pelgrimsgereedschap”. De pastoor gaf ons de pelgrimszegen.
De eerste acht kilometer liepen we gestaag richting Nieuwegein. Daar wachtte mijn vrouw Viktoria ons op met dampende soep en versnaperingen. Drie anderen sloten zich bij ons aan, waardoor onze kleine karavaan groeide tot negen pelgrims. Tijdens die pauze ontstond spontaan een gesprek over de samenwerking tussen de pastoraatsgroep, het bestuur en het kernteam. Wat bindt ons, en waarin kunnen we elkaar beter versterken? Ieder kreeg ruimte om desgewenst iets te delen. Het was een mooi moment van luisteren, herkennen, waarderen en lachen.
Na de rust gingen we op pad voor de laatste vier kilometer. De lucht klaarde op en de Gods schepping toonde zich op haar mooist. Onderweg baden we de rozenkrans. Bij elk tientje nam een andere pelgrim het voorbidden op zich, gevolgd door een gezongen litanie dat ik nog niet kende. Zo wisselden gebed, gesprek en routeaanwijzingen elkaar af – een ritme dat vanzelf de bestemming dichterbij brengt. Gelukkig kon de koster op speciaal verzoek de Mariakapel voor ons langer open houden. Daar hebben we in stilte gebeden, kaarsjes aangestoken en onze intenties toevertrouwd aan Onze Lieve Vrouw van Eiteren. We sloten af met nog een tientje van de rozenkrans, en tot onze verrassing baden enkele bezoekers spontaan met ons mee.
Onze pastoor blijkt een fit en capabel voetbedevaartganger. Onderweg bevragen we hem en elkaar, bemoedigen we hem en luisteren we naar zijn woorden. Kortom, we steunen onze leider en herder. We hebben elkaar hard nodig om missionair te zijn. Wie werkelijk leerling van Jezus is, werkelijk zich bewogen voelt door Zijn Liefde, houdt dit niet langer voor zich alleen. Evangelisatie doet evangeliseren. Maar hoe geef je daar vorm aan in een geloofsgemeenschap? En hoe dragen we de Blijde Boodschap uit aan de mensen die Jezus nog niet hebben leren kennen?
Al die gedachten, vragen, dromen en dankbaarheid hebben we aan Maria toevertrouwd. Zij die al zoveel pelgrims heeft ontvangen, bidt voor ons en met ons.



